Bewogen finale WK bridge

Marrakesh (Marokko), 1 september 2023. Noorwegen en Zwitserland spelen vandaag en morgen de finale in de open categorie op de wereldkampioenschappen voor landenteams in Marrakesh (zie ook ons artikel van 17 augustus). De finale duurt zes zittingen van elk zestien spellen, vandaag drie en morgen drie. We gaan kibitzen via Bridge Base Online (BBO).

Oude tantes

Het allereerste spel van de finale is niet spectaculair maar toch wel aardig:

 

Beide noords kunnen niet anders openen dan 1 op viermaal de acht. Beide oosts volgen een 15–18 natuurlijke 1SA. De Amerikaanse BBO-commentator Barnet Shenkin noemt dit ‘misschien niet ieders keus’, maar wat moet je anders? En aan beide tafels geeft west met 2 een transfer naar 2, doubleert noord dit, en toont oost met een pas geen driekaart+ schoppen te hebben. Nu loopt het wel uiteen. Michal ‘Klukkluk’ Klukowski geeft met redoublet een retransfer naar 2, dat wordt het eindcontract en zijn partner gaat een down. Aan de andere tafel (diagram boven) kiest De Noor Terje Aa voor 2SA, niet gealerteerd en dus kennelijk reëel. Inderdaad wordt dat het eindcontract.

Zoals we zien is met open kaarten 2SA koud doordat zuid toevallig K7 heeft. NZ kunnen hooguit vier schoppen en A oprapen. Je oude tante zou het gemaakt hebben, zoals dat heet. Allan Livgard als oost kan echter niet geloven dat noord, die heeft geopend en gedoubleerd, niet K zou hebben, kiest voor een ingooispeelwijze die je oude tante ver boven haar macht zou gaan, en zakt twee down: de eerste 2 imps zijn voor Zwitserland.

Op spel 2 loopt het Alpenland 12 imps verder uit als de Noren na een Multi 2-opening van de tegenpartij belanden in 6 met twee opraapbare azen buitenboord. Azenvragen – vaste prik bij oude tantes – had dit uiteraard kunnen voorkomen, maar dat geldt bij topspelers gewoonlijk pas nadat de troefkleur is vastgesteld, en de Noren vonden pas een speelbare fit op zeshoogte. Aan de andere tafel houden de Zwitsers het bij 3SA met een overslag.

Alerteerzeer

Op spel 5 ontstaat commotie en komt de wedstrijdleider eraan te pas:

 

2 is een ‘sterke zwakke twee’ van 8–11 punten (zwakkere zwakke twees lopen via 2 Multi). Het bod van 3 wordt gealerteerd maar niet ongevraagd schriftelijk uitgelegd, wat met schermen wel hoort. Wij zien dat het kennelijk natuurlijk was. We zien ook dat OW ervan uitgingen dat het, niet in de laatste plaats gezien de alert, vast wel kunstmatig zou zijn. 3 wordt gedoubleerd uitgepast en maakt met twee overslagen voor 1130, als de score blijft staan.

Want eerder al hebben OW de wedstrijdleider ontboden, die eerst het spel laat spelen en zich dan gaat buigen over een eventuele correctie. Er is discussie over het al dan niet alerteerbaar zijn van het natuurlijke 3-bod en het ontbreken van uitleg.  Later blijkt de score arbitraal gewijzigd in 820 voor NZ, waarschijnlijk een gewogen gemiddelde. Tegen 4 contract aan de andere tafel is dat 5 imps voor Noorwegen.

Het spel leert ons een les. Spelers, zeker Nederlanders onder de vage NBB-alerteerregel, denken vaak dat het correct of ethisch is volkomen natuurlijke biedingen te alerteren waarvan de betekenis hooguit een ietsje afwijkt van wat de tegenpartij misschien zou denken (bijvoorbeeld een 1-opening als ‘meestal vijfkaart’). Dit spel laat zien dat de tegenpartij daar vaak helemaal niet bij gebaat is en dat het ethisch juist averechts kan uitpakken. Het laat ook zien dat de internationale hoofdregel ‘kunstmatige biedingen alerteren, natuurlijke niet’ (met enkele uitzonderingen) beter, want eenduidiger is dan de Nederlandse hoofdregel ‘U moet biedingen alerteren waarvan u kunt vermoeden dat de tegenpartij er zonder waarschuwing een andere betekenis aan toekent’.

Slempotentieel met Slempo

Op spel 18 zien we aan beide tafels een moderne conventie in actie:

 

Aan beide tafels zien we hetzelfde begin tot en met 5. Het antwoord van 4 is een conventie, in Nederland bekend als ‘Slempo’ of als ‘Pazur’ naar een van de uitvinders. Het toont een ‘zware’ verhoging in partners hoge kleur, minstens een milde slempoging; dit ter onderscheiding van vier in partners kleur (hier 4), dat met weinig biedruimte enigszins doorgezakt kan zijn. De Nederlandse Zwitsers Sjoert Brink & Bas Drijver menen nu beiden genoeg te hebben gedaan. De Noren tonen een optimistischer kijk:

 

Christian Bakke neemt de contraslempoging van 5 serieus en knalt meteen de koude zes. De Zwitsers zijn onder de indruk en nemen uit voor 800: 3 imps voor Noorwegen.

Niet gauw te hoog

‘Lastig om op dit spel te hoog te komen’, merkt de Engelse BBO-commentator Paul Barden op (zie onder diagram). Niet te hoog komen lukt eerst de Noren:

 

Hoe sterk 2SA precies is staat niet op de systeemkaarten van beide OW‑paren; veelal 15–18 of ietsje sterker. 4 is geen cuebid, zoals spelers weleens denken, maar een echte kleur; je moet immers een goed tweekleurenspel kunnen aangeven, terwijl partner nog geen steun voor je eerste kleur hoeft te hebben. De betekenis van de volgende biedingen komt niet beschikbaar, maar zal op vormen van enthousiasme wijzen. Brogeland als west besluit ten slotte het bieden met 6 (niet zichtbaar in het diagram) en maakt dat moeiteloos. 6 is beter dan 6, want daarin maakt zuid altijd een hartenslag en moet K goed zitten.

Nu de Zwitsers, bij wie Brink-Drijver niet de enigen zijn die niet gauw te hoog komen (zie ook ons artikel van gisteren); Kalita-Klukowski doen vrolijk mee:

 

Waar iedereen een soortgelijk biedverloop als bij de Noren zal hebben verwacht, dacht Klukkluk blijkbaar ‘mij niet graag komen te hoog’, en hij volstaat met een voorzichtige 3SA zonder zijn tweede kleur te tonen. Dat Kalita hierop past met drie harten mee spreekt ook niet vanzelf, maar ja: 4333, en oost weet niet van de dubbele fit. Dat is 9 imps voor de Noren, die voor het eerst in de spannende wedstrijd voor komen. Maar niet voor lang: na de derde zitting staat het 118–98 imps voor Zwitserland. Morgen verder.