Een schoon straatje

Om meer te weten te komen over de precieze toedracht van het weer speelgerechtigd verklaren van Huub Bertens, zijn we met Jan Kamras gaan praten. Kamras is de president van de World Bridge Federation (WBF), en als zodanig de hoogstgeplaatste persoon in bridgeland.

Kamras heeft initieel uitgebreid gereageerd op onze vragen, maar deed er op enig moment het zwijgen toe. Begonnen onze vragen ongemakkelijk te worden?

Zijn laatste antwoord komt op het volgende neer:

  1. De WBF heeft geen directe betrokkenheid gehad bij deze zaak, wat ook betekent dat de WBF de straf niet heeft verminderd. Alleen de USBF kan dat doen.
  2. Bertens is nog steeds geschorst voor alle WBF-evenementen of -posities zolang de USBF-schorsing van kracht is, in overeenstemming met het wederkerigheidsprincipe.
  3. De WBF hoorde van een regeling die, ondanks de schorsing van de USBF/WBF, Bertens in staat zou stellen om ‘sociale’ evenementen voornamelijk in Nederland te spelen.
  4. De NBB informeerde naar het standpunt van de WBF over een dergelijke regeling. De WBF antwoordde dat dit een zaak was voor de USBF (de sanctie-instantie), samen met de lokale NBO, om te beslissen en dat de WBF, ongeacht hun beslissing, de schorsing zou handhaven zolang de USBF dat deed (zie punt 2 hierboven). .
  5. Waarom deze regeling tot stand is gekomen en waarom de USBF meeging, zult u aan de betrokkenen moeten vragen.

Overigens maakte Kamras duidelijk dat het originele verzoek tot strafvermindering kwam van de European Bridge League president, Eric Laurant.

Met andere woorden: volgens Jan Kamras heeft de WBF eigenlijk niets met deze zaak te maken. Het is tussen de USBF, de EBL en de NBB, en de WBF kijkt zijdelings toe.

Maar is die positie wel houdbaar en aanvaardbaar? De eerste paragraaf van Artikel 18 van de WBF statuten luidt: “Elk lid en elke zone moet alle beslissingen die door andere leden en/of zones in disciplinaire zaken worden genomen, aanvaarden en respecteren. In het bijzonder zullen alle leden en zones sancties van andere leden of zones van de WBF toepassen en handhaven (inclusief, om twijfel te voorkomen, schorsingen of speelverboden) binnen hun geografische jurisdictie, op voorwaarde dat dergelijke sancties de principes respecteren die in deze statuten en in andere WBF-voorschriften zijn uiteengezet.” Voor de duidelijkheid, de EBL is een zone en de NBB een lid.

Dit lijkt glashelder. De USBF heeft Huub Bertens geroyeerd en hem een speelverbod tot 01/01/2028 opgelegd, en alle zones en NBO’s moeten die straf overnemen. De enige instantie die de strafmaat kan verminderen is de USBF, en zonder een publiekelijke bekentenis en berouw is dat voor hen niet bespreekbaar. Zie daarvoor deel twee van deze serie.

Wat is de reden dat de WBF niet ingrijpt, de NBB en de EBL op het matje roept en hen dwingt om de strafmaat van de USBF te blijven implementeren, overeenkomstig haar eigen statuten?

Wordt vervolgd.