Uit het clubleven (99)

In deze rubriek staan spellen, anekdotes en verhalen uit het clubleven. Hebt u ook een interessant, grappig of spannend verhaal? Stuur het naar impredactie@gmail.com.

Eerst de teller op 0

Vroeger was alles beter, dat is algemeen bekend. Toch is er minstens één uitzondering: ik heb tegenwoordig een veel betere kijk op een mogelijke dwangpositie. Met een gelegenheidspartner was ik dummy op het volgende spel (gedraaid, Z/NZ):

Het is butler. Ik zit zuid en we boden als volgt:

West
N.N

Noord
N.N

Oost
N.N

Zuid
Rinus

–

–

–

pas

pas

2

pas

2

pas

2 SA

pas

3

pas

3 SA

pas

6 SA

a.p

–

–

–

Toelichting: 2 belooft een mancheforcing hand of een zwakke hand met beide majors. In het laatste geval heb ik voorkeur voor . Partner blijkt sterk te zijn. Ik zoek een fit in en als die er niet blijkt te zijn wordt het 6SA. We hebben immers minstens 34 punten samen en ik mis de middelen om uit te zoeken of het groot slem kan zijn.

Oost komt uit met 6. Mijn partner telt elf slagen. Hij raapt vier op. Oost heeft er twee en gooit ook twee af; de leider neemt zelf afscheid van een .  Daarna volgt driemaal . Oost heeft er weer twee en gooit ook een af. B blijft hangen in west. Nu is de leider aangewezen op de snit in . Oost heeft een groot aantal en de vooruitzichten zijn slecht. West heeft er zelfs maar 1! Oost wint de -slag laag – de leider legt de boer niet als west niet bekent – en komt terug met .

Het zit nu zo:

De leider raapt aas-heer op en verliest B aan de vrouw in oost: één down. Het zit tegen: de snit in verkeerd en in blijft de boer hangen. Goed slem, jammer dat het niet gemaakt wordt.

Ik zie direct dat de extra kans is gemist. In butler en viertallen moet je in ieder geval je contract maken. Als je twaalf slagen moet hebben en je hebt er maar elf, is het altijd een goed plan om te beginnen met een snit. Als die goed zit heb je je contract binnen. Als die mislukt, heb je altijd nog kans op een dwang. Rectifying the count heet dat. In het Nederlands: zet de teller op 0. Welke teller? De teller die aangeeft hoeveel slagen je nog mag verliezen. Dus hoe had het wel gemoeten? Als volgt:

Zoals gezegd: uit. Die neem je met de aas. Nu tel je elf slagen en je neemt eerst de snit: kleine naar de aas en kleine terug. West bekent niet en speelt een kleine : je legt als leider B en oost neemt met de vrouw. Hij komt met terug. Nu heb je nog steeds kans op het vallen van B en je kunt spelen op een / dwang: als west B in vieren heeft en ook V B komt hij in dwang. 10 op tafel of 8 in de hand wordt de 12^e slag.  De eindfiguur ziet er als volgt uit:

Je hebt na het verlies van de slag in de volgende genomen met de H. Op tafel gaat een weg. Nu heb je eerst de opgeraapt: de boer blijft hangen in west. Daarna raap je V en H op en dan ben je op tafel (dat is in dit geval de zuidhand). Als west nu nog B heeft en V B x moet hij een kleine afgooien op B. De leider gooit in de hand zijn laatste ruiten weg. Nu speelt de leider 10 en hoopt op het gedroomde zitsel. En voor deze keer komen dromen uit!

Het hele spel zat zo:

Iedereen zit in 6SA, op één na allen down. En de leider die het maakte hoefde niet geniaal te zijn: hij kreeg uit. 16 imps voor deze geluksvogel. Wij min 5.

Overigens: moet je in de B zetten als je zeker weet dat de V erachter zit? Liever niet. Maar hier maakt het niet uit, want oost kan er nog met een andere kleur uit als hij met een kleine aan slag komt. Wel moet je in dat geval niet vergeten zelf H mee te nemen voordat je de en meeneemt, anders gaat de dwang niet op.

Verder nog dit: je kunt 6 SA ook maken door oost in te gooien met of door de vierde ruiten hoog te spelen als oost driemaal afgooit op de zwarte kleuren. Maar ik ben fan van de dwang – overigens alleen in bridge!