’t Onstein landskampioen

Utrecht, 29 januari 2023. Het eerste team van bridgeclub ’t Onstein heeft de finale van de Meesterklasse viertallen gewonnen en is daarmee landskampioen. Het team bestond uit Berend van den Bos & Joris van Lankveld en Danny Molenaar & Tim Verbeek plus invalpaar Bauke Muller & Simon de Wijs. Zij wonnen van uitdager De Lombard 1 met de ‘Zwitsers’ Sjoert Brink & Bas Drijver, Jacek Kalita & Michal Nowosadzki en Fernando Piedra & Pierre Zimmermann. De wedstrijd vond plaats in het NDC Den Hommel te Utrecht (zie ook ons artikel van gisteren).

Nooit Opgeven Altijd Doorspelen

De overwinning van ’t Onstein was ‘niet zonder overmacht’, zoals dat heet: gisteren stond het team al voor met 185–57 imps (een imp meer dan we gisteren meldden). Met nog slechts tweemaal zestien spellen te gaan is voor de aanstaande verliezer een dergelijke achterstand praktisch gesproken onoverkomelijk. Dan rijst – ook bij IMP – de vraag: gaan zij opgeven? In tegenstelling tot bij veel andere sporten (zoals voetbal) is opgeven in bridge tamelijk gebruikelijk; het gebeurt voortdurend in play‑offs van wereldkampioenschappen en in knock‑outwedstrijden zoals de Amerikaanse Vanderbilt en Spingold.

Voor wanneer een achterstand ‘onoverkomelijk’ mag heten en dus opgeven een optie (maar nooit verplicht) is, bestaat in bridge een informele norm: deel de achterstand in imps door de wortel uit het aantal nog te spelen spellen; als het resultaat 20 of meer is, overweeg dan op te geven. Bijvoorbeeld met nog 16 spellen te gaan geef je op bij 80 of meer imps achter, met 32 spellen te gaan bij 113 imps. De achterstand van De Lombard voldoet aan die norm.

Niettemin werd er vandaag verder gespeeld. Het kan zijn dat de NBB dit eiste, want die had voor vandaag ter plaatse een hele Vugraphshow met commentaar georganiseerd en een huldiging van de winnaars. Of misschien was het team van De Lombard van de school, belichaamd in de naam van de vroegere voetbalclub ‘Nooit Opgeven Altijd Doorspelen’ (NOAD).

Opmerkelijkerwijs treedt De Lombard aan met in de open kamer de gelegenheidscombinatie Michal Nowosadzki & Pierre Zimmermann.

Het dappere doorbieden

Wie echter vandaag saai ‘tikkie-breed-bridge’ verwachtte, kwam bedrogen uit:

Van Lankveld als zuid begon met passen. 2spade icon, hoewel niet gealerteerd, is een soort Muiderberg, een vijfkaart schoppen plus kwetsbaar een vijfkaart laag. Het doublet op 5heart icon – ook niet gealerteerd noch uitgelegd – zal waarschijnlijk geen strafvoorstel zijn maar ‘ik wil wel doorbieden’ betekenen. Het eindcontract van 6heart icon gedoubleerd gaat één down. Het bieden aan de andere tafel:

1SA van Brink als zuid is 9–12, of blijkbaar een ‘goede’ 8 punten. 2club icon is Stayman en omvat onder meer een inviterende hand met vijfkaart harten. Gebruikers van mini-1SA-openingen leren al vroeg dat als je partner zo’n zwakke 1SA opent, de tegenpartij vervolgens een manche biedt, en je ook het een en ander hebt, je al snel moet doubleren. Vaak namelijk weet de tegenpartij het niet goed en is die manche een te hoge slag in de lucht. Zo niet hier: 4spade icon gedoubleerd gaat met een overslag over tafel. En 6heart icon van Joris aan de andere tafel blijkt dus een goed redbod, ongeacht of het als zodanig was bedoeld. Dat zijn weer 13 imps voor ’t Onstein. Maar ja: NOAD.

Het tweekleurenbieden

In Nederland speelden eind vorige eeuw de meeste spelers Ghestem. Tegenwoordig spelen velen basaal Michaels. De top eist van tweekleurenvolgbiedingen gewoonlijk dat (1) je elke twee ongeboden kleuren kunt aangeven; (2) beide kleuren bekend zijn. Hier een voorbeeld:

3club icon toont schoppen en ruiten, ‘veelal 6‑5’. Dit is een uitbreiding van de klassieke Michaels-conventie, waarin deze combinatie niet biedbaar was. In Ghestem toont 2club icon deze kleuren, maar dat bod spelen ze als reëel.

Uiteraard doet Van den Bos met zijn sterke hand op 3diamond icon nog een poging. Van Lankveld, nooit te bang om te bieden, doet het erg goed door met zijn toch weinig indrukwekkende hand de manche vol te gooien. Die wordt probleemloos gemaakt.

Aan de andere tafel bereiken NZ na een (Precisie) 1diamond icon-opening van De Wijs als west 4spade icon, een matig contract, dat door het gunstige zitsel echter ook maakt en De Lombard zelfs een imp oplevert. Desondanks eindigt de zitting in 48–22 imps voor ’t Onstein, totaal 233–79. Maar ja: NOAD.

Het tegenvallende tegenspelen

‘Tegenspelen valt altijd tegen’ (anders had het wel ‘meespelen’ geheten, nietwaar?), aldus Simon de Wijs, die op het eerste spel van de laatste zitting dit adagium in praktijk brengt.

Commentatoren verbazen zich over het lichte volgbod op een slechte kleur van zuid, maar aan de andere tafel gebeurt exact hetzelfde – tot aan de laatste pas van west. Waar Brink kiest voor tegenspelen, biedt De Wijs 2spade icon. Dat maakt hij met een overslag. 1SA gedoubleerd wordt na lang piekeren van zowel noord als oost ook gemaakt. Het lijkt erop dat Simon weer eens gelijk heeft. Weer 8 imps voor ’t Onstein.

De foto bij dit artikel toont het spelen van dit spel met van links naar rechts Joris van Lankveld, Sjoert Brink, Berend van den Bos en Bas Drijver.

Het vijf over vijf bieden

Nu we het toch over adagia hebben, naar aanleiding van het volgende spel kan BBO-commentator Al Hollander het niet laten te verwijzen naar een Bols-bridgetip van Ed Manfield lang geleden: The five level belongs to the opponents, oftewel: bied geen vijf over vijf.

Dat doet Berend goed; 5club icon gaat een down voor 100. Opmerkelijk dat Brink als west heeft gepast op wat toch een openingsbod lijkt. Aan de andere tafel opent De Wijs als west wel en zien we een geheel ander biedverloop:

Dat doet Zimmermann als zuid niet goed; 5spade icon gedoubleerd gaat twee down voor 300 en 9 imps voor ’t Onstein.

Als het allerlaatste spel wordt rondgepast tegen 4spade icon gedoubleerd door Nowosadzki twee down aan de andere tafel, wint ’t Onstein ook de laatste zitting met 34–30 imps voor totaal 267–109 imps, en betoont het zich met uitstekend spel een meer dan waardig kampioen van Nederland.