De Belgen in Boedapest

Boedapest, 29 augustus 2016. Een dezer dagen verschijnt de speciale editie van IMP over het afgelopen Europees kampioenschap voor landenteams in Boedapest (zie ook ons artikel van 16 augustus). Die special gaat voornamelijk over de belevenissen van het Nederlands open team (‘want, met alle respect, daar gebeurt het’). Hieronder als voorproefje een bijdrage van onze Belgische correspondent Alon Amsel over het wel en wee van het Belgische open team.

De Belgen in Boedapest

door Alon Amsel

In de tijden van het dubbele poulesysteem – een weekje vechten tegen de helft van de landen en proberen bij de beste negen landen te raken om te tweede week te halen – had België op het EK landen een abonnement op om en nabij de dertiende plaats.

Het halen van die tweede week was een helder doel, vooral ingegeven door goede hoop. Het leidde vaak tot hevige discussies over de selectie. Voorafgaand aan Boedapest kenden we een duidelijke procedure, speelden we veel wedstrijden en deden we mee aan bied(stijl)testen – hoe goed begrijp je je partner? – dat allemaal onder leiding van Claude Renard.

Na een eerste schifting vormden de beste acht paren vier viertallen die onder elkaar speelden voor kwalificatie. Coenraets-Engel, onlangs voor de zoveelste keer Belgisch kampioen viertallen en De Donder-De Roos – heel veel toernooiervaring samen en elk een mooi gevuld palmares, maar nooit samen competitie gespeeld – haalden het. De selectieheer mocht onder de overblijvende zes paren een derde paar kiezen. Het werden Sam Bahbout en Mike Vandervorst, die recent samen vriend en vijand verrast hadden met een derde plaats in de Cavendish open paren. Voor Sam, 22 jaar jong, een geweldige kans na een eerste jaar in de eredivisie. Patrick Bocken, zelf eerder vertegenwoordiger van het open team in 2008, mocht dat zootje ongeregeld leiden als non-playing captain. Preliminair resultaat: er wordt in bridgeminnend België deze keer verdacht weinig gemopperd over de uiteindelijke selectie.

Wat er deze keer ook niet was, is dat duidelijke doel. Europees kampioen zouden we wel niet worden, de Bermuda Bowl halen lijkt wat te optimistisch en alles daaronder, tja, toptien is ook mooi (door Steve De Roos aangegeven voor de camera), en anders gewoon zo hoog mogelijk eindigen zeker.

Het begon alleszins erg mooi met een ruime overwinning tegen Israël:

Steve De Roos koos in eerste instantie voor 2♠ omdat de schoppen zo veel beter waren dan de ruiten. De bedoeling was de volgende ronde misschien ruiten te gaan bieden, maar nu leek het op een misfit bij de tegenpartij en hield hij het daarbij.

Na een schoppenstart voor het aas en schoppenboer terug – klassieke afspraak om de boer als een kleurpreferentie te spelen voor de laagste kleur – voor de heer en getroefd. Steven De Donder gehoorzaamde met een klein klavertje, getroefd door west. Nu hobbelt het contract vanzelf vier down.

In de gesloten zaal profiteerden we van een misverstand bij de Israëli’s. 3♣ gedoubleerd afspelen is geen pretje, 4♠ gedoubleerd tegenspelen des te meer! Na hartenaas start en harten getroefd vervolgt Vandervorst met ruitenvrouw, gezakt. Dan ruitenaas gecasht en ruitenboer, wederom niet gedekt. De volgende ruiten (weer klein bij de leider) wordt door Bahbout voorgetroefd met de zeven. Schoppenheer komt uiteindelijk nog binnen voor vier down en een slordige 17 imps.

Na enkele dagen begon de motor te sputteren met onder meer zware nederlagen tegen Monaco en Nederland. Italië kreeg wel een flinke 19,85–0,15 oplawaai.

De Donder kreeg een compliment van de vugraph operator voor zijn accurate en snelle – De Donder-De Roos hadden systematisch vijf à zes spellen voorsprong op de andere tafel – spel, onder meer voor spel 25:

Stevig doorgeboden, nu nog maken. Het zat allemaal wel behoorlijk maar het schoppenzitsel was helemaal niet nodig. Klaverenstart en vervolg, de tweede laag getroefd. Ruiten voor de tien en boer, die de slag houdt. Schoppen naar het aas en harten voor boer en vrouw. Bedoeling van deze speellijn was om een eventueel 4‑1 troefzitsel met vierkaart harten bij oost aan te kunnen. Steven verklaarde achteraf dat er twee redenen waren waarom hij de vierkaart eerder bij oost dan bij west vermoedde:

  1. Hij verwachtte een grote kans op Q10 doubleton in ruiten, omdat met AQ10 vaker genomen wordt.
  2. In die wedstrijd sneed hij eerder alle vrouwen succesvol over Lauria in oost. Dit was vooral een kwinkslag naar een groot slem eerder in de wedstrijd, geboden en gemaakt op het vinden van hartenvrouw.

West, Alfredo Versace, vervolgt met klaveren in de dubbele renonce. De Donder troeft laag in zijn hand en speelt ruiten op, die oost (Lauria) neemt met het aas. Opnieuw klaveren in de dubbele renonce, weer in de hand getroefd met het aas. Klein schoppentje getroefd en met de troefjes 3‑2 is de manche een feit. Aan de andere tafel eindigde het tegen Coenraets-Engel twee niveautjes lager en met een slag minder.

Tegen Europees kampioen Frankrijk werd ook gewonnen met 12 imps, precies de winst op het volgende spel, waar slechts aan 7 van de 36 tafels slem werd geboden:

4 lijkt een beetje aangetrokken, maar tegenover een maximum was 4SA niet in gevaar, wat De Roos voldoende bravoure gaf om de gehoopte twee azen te vinden. Het slem is niet dicht, maar biedt behoorlijk wat kansen, ook als ruitenheer mis zit. Dan moet je wel schoppenheer vinden en een extra slag afdwingen via die heer die eruit valt, of een dwang.

Quantin-Lorenzini, aan de andere tafel NZ, spelen geen zwakke twee in ruiten (en ik weet niet of hun stijl een zwakke opening met twee azen überhaupt toelaat), waardoor Vandervorst in derde hand, niet tegen wel, dé kans kreeg om (erg) zwak te openen. 2 maakt het enorm moeilijk het slem nog te bereiken. Quantin bood schouderophalend 3SA, wat blijkbaar 19–21 toont. Lorenzini bekeek het nog een tijdje met zijn mooie voorpas maar liet het erbij.

Tegen de mindere teams, onder meer tegen de Faeröer, werd ietwat te veel met impjes gemorst, waardoor het even leek alsof de top twintig niet zou worden gehaald. Een klein eindspurtje zorgde uiteindelijk voor een verdienstelijke zeventiende plaats. Iedereen wel eerder tevreden, al had er iets meer ingezeten. Prachtig butlerresultaat [+0,41 – IMP] ook voor De Donder-De Roos, die enkele gerenommeerde paren als Auken-Welland, Gawrys-Klukowski en Muller-De Wijs achter zich lieten.

Maar een plaats in de Bermuda Bowl? Nee, dat nog niet. Voorlopig kunnen we nog beter voetballen – nu nog een goede bondscoach – dan bridgen.