Bas Drijver wint gemengde teams

Istanboel (Turkije), 19 juni 2019. Bas Drijver heeft met zijn team de gemengde viertallen gewonnen op de open Europese kampioenschappen. Bas speelde met de Deense Christina Lund Madsen en hun team ‘Good Six’ bestond verder uit de Fransen Marc Bompis & Catherine d’Ovidio en de Russen Tatiana Dikhnova & Mikhail Krasnosselski. In de finale versloegen zij met 142–104 imps team ‘Reess’ met de Fransen Nathalie Frey, Eric Mauberquez, Bernard Payen, Vanessa Reess en Philippe Soulet. Opmerkelijk mag heten dat ‘Good Six’ als 32e en allerlaatste de kwalificatie doorstond en de knock‑outfase haalde – maar nu dus Europees kampioen is.

Wat betekent doublet?

Na veertien spellen stond ‘Good Six’ achter met 20–35 imps, maar in de tweede set sloegen de beide nevenparen van Christina en Bas onbarmhartig toe. Een typisch voorbeeld van wat er in een gemengd toernooi met minder dan perfect ingespeelde partnerships mis kan gaan, zien we bij spel 20.

Nog voordat Bompis zijn partners kleur kan bieden, hebben NZ de spookredding al gevonden. Eentje down, +200 voor de good guys (m/v).

In de gesloten kamer vinden noch west, noch noord hun hand een vorm van opening waard. En dan ontstaat een klassiek probleem: wat betekent dit doublet? Op het forum Bridge Winners is dit de meest gestelde bridgevraag. Ook hier gaat het mis. West bedoelt het doublet als negatief, de moderne opvatting, maar oost betoont zich van de oude stempel en vat het blijkbaar op als straf of iets wat daarop lijkt. Het contract wordt (na enigszins uit de bocht vliegend tegenspel) met twee overslagen gemaakt voor 1070 en 15 imps voor ‘Good Six’, dat deze zitting met 83–20 imps wint en bij de lunch al met 103–55 imps voor staat.

Meer doubletten

In de laatste zitting wordt het nog even bijna spannend. Team Reess heeft al twee swings met dubbele cijfers geboekt en staat nog maar 36 imps achter, wanneer dit spel verschijnt.

De betekenis van het doublet op het eindcontract van 6 is wél duidelijk: start iets anders dan de geboden schoppen, ook geen troef, dus het gaat tussen de lage kleuren. Maar welke? Vaak heeft de doubleerder dan ergens een renonce, maar hier niet. We kunnen het Catherine d’Ovidio niet kwalijk nemen dat ze de ruitenstart niet vindt; dit in tegenstelling tot in de andere kamer, waar het doublet op 5 wel eenduidig vastlegt welke start gewenst is. Dat Bas ondanks het doublet nog 6 biedt, kost slechts twee imps meer dan eindigen in 5. Het geheel kost 16 imps. Het verschil is gezakt tot 20 imps met gelukkig nog maar drie spellen te gaan.

Als op het volgende spel de Franse leider in een maakbare 3SA downgaat, mede door mooi tegenspel van Christina, en daarmee 12 imps inlevert, is het pleit beslecht. Dat het voorlaatste spel ook nog 6 imps oplevert door een misplaatst doublet op 4, goed voor een overslag, is alleen interessant voor de statistiek: Bas en zijn teamgenoten zijn Europees kampioen.