Uit het clubleven (34)

In deze rubriek staan spellen, anekdotes en verhalen uit het clubleven. Hebt u ook een interessant, grappig of spannend verhaal? Stuur het naar impredactie@gmail.com.

Vraag vooraf

Het is paren. Je zit als zuid in 4. OW – allen kwetsbaar – hebben niet meegeboden.

West komt uit met 9 en dummy komt op tafel.

10 slagen zijn zeker met 1 verliezer in en 2 in . Maar het is paren, overslagen zijn belangrijk. Een gelukte snit op H levert de 11^e slag op, maar we leggen de lat nog iets hoger. Is er een kans op 12 slagen?

In de dubbelrenonce

15 december, laatste avond bij Josephine in dit kalenderjaar, want het Denksportcentrum sluit de week voor de kerst ook. Private belangen van de eigenaars prevaleren boven  de collectieve belangen van de leden van de club. Met ontzetting hebben wij  van BC Josephine dit aangehoord en daarna hebben we de eigenaars een prettige vakantie toegewenst. Je moet toch wat.

Geurt en ik zijn vastbesloten om de beroerde uitslag van een week eerder recht te zetten. Daar komt niets van terecht: na 4 tafels staan we onder de 40 %. Aan wie ligt dat? Aan de tegenstanders natuurlijk, want zij werken niet mee. En ook een klein beetje aan ons zelf, want het ontbreekt aan scherpte. Dan krijg ik op spel 4 – gedraaid als zuid de volgende hand bij Z/Allen:

A V B 10 8 A V 6 5 3 A V 3.

Kijk, daar kun je wat mee. Ik open 1 met het idee om 2SA te herbieden.  Maar Geurt legt direct 4 neer. Dat is een bod voor een zwakke hand met een 5-kaart troefsteun. Voor mij de lol er dan wel af, en er wordt rondgepast.

West komt uit met 9, top of nothing, en dummy komt op tafel.

11 punten zie ik op tafel en maar liefst 6 . Ik vind dit geen zwakke hand, maar dat is voor de nabespreking.  En de gezamenlijke handen zijn ook geen slembod waard. Je verliest altijd 2 en dan moet de snit over H nog goed zitten. 

Maar is dat wel zo? Je hoeft de snit over niet te nemen, als je een kleine op de hoge loost. En dan nog eens wat.  Stel dat de tegenstander in een dubbelrenonce moet spelen, gooien wij dan pijlsnel een ruiten uit de hand af? Waarachtig wel, en dan is het spelplan snel gemaakt. We gaan strippen!

Ik neem de uitkomst met de H op tafel en leg in de hand de V. Troef naar de hand, west gooit een af.  Nu A en A, op tafel B weg. Kleine getroefd. Met troef terug naar de hand: west gooit weer een weg. Nu V getroefd op tafel. Een ererondje troef: oost gooit een af, west een . Dat is jammer, ergens een weg was leuk geweest.

Dit is over:

Z/OW

7

A 10 7 4

10 8

6 5 3

Oost en west  hebben samen nog 6 , 2 en 2 . Als 1 van hen een doubleton heeft en met de 2e aan slag komt, moet hij in de dubbelrenonce spelen. Het mooie van deze figuur is dat het nu niet uitmaakt waar je aan slag bent. In mijn geval is dat aan tafel. Ik speel A en zie bij oost de B vallen. Dat belooft veel. En jawel: op 4 moet oost de H leggen. Hij speelt 10 na. Ik gooi in mijn hand de weg en troef op tafel.

Oost zag dit natuurlijk aankomen, maar kon er niets aan doen. Als hij op de eerste -slag bekent met de H en op de 2e de B legt, zal oost moeten overnemen met de V om oost een nakomst in de dubbelrenonce te besparen. Maar dat maakt voor het resultaat niet meer uit: 10 op tafel is hoog geworden.

Het hele spel lag als volgt:

Onze score? 88 %. Eén paar bood en maakt 6 bij dezelfde uitkomst. Petje af. 5 paren maakten 11 slagen. 2 maal 4 + 1, 2 maal 6 – 1, en dan nog een stel parentijgers die in 6SA 1 slag tekort kwamen.

Zo zie je maar, als de tegenstanders meewerken gaat het een stuk beter. Begon het daarna lekker te lopen? Nee. De coöperatieve opstelling bleek eenmalig. We eindigden ruim onder de 50%. Volgend jaar beter. Lezers, ik wens jullie een goed 2023 behalve als we toevallig aan dezelfde tafel komen zitten. Dan verlang ik een bijdrage aan een goede score voor mij en mijn partners.