Safety playing my imps away: uitslag en analyse
Zoals vorige week al gemeld heb ik gemengde gevoelens bij het verschijnsel ‘Safety Play’. Te vaak heb ik het gevoel gehad van wéér een imp down the drain te hebben geholpen, waar te weinig succesjes tegenover stonden. Ik noemde toen het voorbeeld ABxx tegenover H9xx, waarbij het aas en een kleintje naar de negen 100% is voor 3 slagen, maar in mijn door emotie gedreven beleving (te) vaak een overslag kost.
Aannemende dat er 3 slagen nodig zijn om een manche te maken, bijvoorbeeld 3SA, is de safety play in dit geval veruit superieur. Je geeft in 34% van de gevallen een overslag weg, te weten als Vx(x) voor het aas zit, terwijl je in 8,4% (VTxx achter het aas) plus 1,96% (VTxxx achter het aas) = ruim 10% van de gevallen je contract haalt terwijl je anders down was. Een simpel rekensommetje (34 x 1 vergelijken met 10 x (10 of 12) ) leert dat die overslag in dat geval een goede investering is. Bovendien maak je een overslag die je anders niet zou maken, als rechts van het aas V-sec zit, dus dat is nog een extraatje als bonus voor je fraaie afspel.
Nu gaan we het over het spel uit de poll hebben.
3SA, ruitenvrouw uit. Hoe zit het hier kanstechnisch?
Analyse
Om dezelfde reden als hierboven is een kleine klaveren naar de 10 hier superieur ten opzichte van de klaveren van boven, omdat je het contract dan haalt bij elk 4-1-zitsel. De vraag is echter: willen we hier nog een extra zekerheidje inbouwen door niet de 10, maar de 8 te leggen? En is dat op termijn een winstgevende aanpak? Ik ga maar eens aan het rekenen.
- De kans op 9-sec (2,83%), 9-dubbel (10,17%) of 9-derde (10,17%) in oost (zonder de boer) is 23,17% – dan verliezen we een imp door de 8 te leggen in plaats van de 10;
- Als we dit spel 10000x zouden spelen verliest de 8 leggen in plaats van de 10, dus 2317 keer 1 imp;
- De kans op B9-vijfde in west is 1,96% – dan winnen we 10 of 12 imps, afhankelijk van de kwetsbaarheid;
- Als we dit spel 10000x zouden spelen wint de 8 leggen in plaats van de 10, 10×196=1960 imps als we alle keren niet kwetsbaar zouden zijn, en 12×196=2352 imps als we alle keren kwetsbaar zouden zijn.
Conclusie: als je puur op de getallen afgaat is het leggen van de 8 alleen beter ten opzichte van de 10, als je kwetsbaar bent! Het maakt dus wel degelijk uit of je kwetsbaar bent.
Hoe dachten de bezoekers van de website erover?
Vraag 1
Je neemt V in de hand en speelt een kleine klaveren naar de…
Uitslag:
- Aas: 0%
- Tien: 36%
- Acht: 64%
Op vraag 1 was er niemand die de klaveren van boven speelde, dus dat is alvast een goed teken. 64% van de lezers legde de 8 en gaf dus de overslag op voor meer zekerheid, terwijl 36% de 10 legde en die overslag wel wilde hebben. Het lijkt als een keuze tussen all-risk en een beperkt casco; hoe je omgaat met een groot verlies waarop een kleine kans is, is heel persoonlijk.
Marcel Winkel legde ook de link met verzekeren. Hij stelde mij deze vraag en vroeg zich af of de premie die hij betaalde voor deze extra zekerheid niet te hoog is. De tip ‘Bied agressief, speel safe’ van Rixi Markus is 56 jaar na het verschijnen ervan in boekvorm, nog steeds heel actueel en zit in het DNA van veel (top)spelers. In ieder geval 64% van het panel dat meedeed aan de poll.
Alex van Reenen noemt een ander punt dat van belang is: de lengte van de wedstrijd. In een kort wedstrijdje is een imp meer VPs waard dan in een lange wedstrijd. Verder is het van belang of je een knockout-wedstrijd speelt waar swings vaker doorslaggevend zijn, en of je voor of achter staat; of dat het een round-robin wedstrijd betreft waar elke imp punten waard is.
Edwin Maes speelt de 10 met als toevoeging: er is een kans dat de tegenstander aan de andere kant het ook doet, dan kost het niets. Dat je dan een mogelijke +10/+12 hebt laten lopen, daar denk je dan maar even niet aan; noem het maar niets!
Huub en Dennis stippen beiden aan dat het spel maar 1x voorkomt. Dat is voor Huub een reden om de 10 te leggen en voor Dennis om op safe te spelen en de 8 te leggen. Het is maar net hoe je het bekijkt en hoe je in het algemeen omgaat met risico’s.
Jan van Cleeff stelt: meten is weten. Hij vraagt zich af hoe je kunt meten hoeveel imps een speler in zijn bridgeleven weggooit aan safety plays, en hoeveel imps hij ermee heeft gewonnen. Als iemand daar het antwoord op heeft, of ideeën over heeft, hoor ik het graag, maar ik denk dat er niet veel mensen zijn die daar statistieken van bijhouden. Jan vroeg zich af of dit artikel niet de hele speeltechniek op zijn kop zou zetten. Ik kan je geruststellen: dit is een extreme variant met maar 1,96% kans op succes en een vele malen grotere kans op geen succes. Als Rutger Bregman zou kunnen bridgen, zou hij beweren dat de meeste safety plays deugen, dus geen zorgen.
Roefi noemt de schoonheid van het spel als overweging om de 8 te spelen. Ik voel een nieuwe tegeltjeswijsheid aankomen:
Uitprinten en op je WC hangen zou ik zeggen, Roefi!
Hij noemt het argument dat het alleen een imp kost als de andere kant het niet ook doet. Maar dat lijkt me geen argument, want het verschil tussen +1 en 0 is net zo groot als tussen 0 en -1.
Erik de Visschere interesseert zich helemaal niet voor overslagen. Onbelangrijk in viertallen, zegt hij. Maar om bij de tegeltjeswijsheden te blijven: wie het kleine niet eert, Erik, is …
Zelf zou ik als argument hebben dat ik niet als unlucky expert nog tijdenlang – zij het onterecht! – onderwerp van spot wil zijn als ik ga uitleggen waarom ik – kwetsbaar – down ben gegaan door toch de 10 te leggen en de safety play bewust te verwerpen; namelijk dat ik er op termijn meer mee win dan verlies. De straf voor het nóg slimmer willen zijn dan de rest, die “gewoon” de safety play neemt om te laten zien dat ze hun klassieken kennen. Doe mij dan maar een impje minder!
Vraag 2
Maakt de kwetsbaarheid iets uit?
Uitslag:
- Ja, kwetsbaarheid maakt uit: 25%
- Nee, kwetsbaarheid maakt niet uit: 75%
Opmerkelijk genoeg maakten de meeste deelnemers aan de poll zich niet druk over de kwetsbaarheid: 75% vond de kwetsbaarheid niet van belang en 25% wel. De meeste van deze 75% waren “acht-leggers”, wat ook weer niet verbazend is, want die gaan hoe dan ook voor zekerheid. Niemand had het argument genoemd dat de mogelijke winst niet-kwetsbaar te klein is ten opzichte van het verlies van 1 imp; vaak bleef het bij “ik wil hoe dan ook mijn contract maken” en argumenten als “kwetsbaar down gaan is nog duurder”. Dat weet ik ook, maar maakt het ook uit bij je afweging? Blijkbaar voor velen dus niet.
Vraag 3
In paren speel je een kleintje naar de..
Uitslag:
- Aas: 72%
- Tien: 25%
- Acht: 3%
Interessant is het of je het spel anders moet aanpakken in paren dan in viertallen. Mijn ervaring is dat sommige spelers in een parenwedstrijd ineens rare bokkensprongen gaan uithalen “omdat het paren is”. Manches worden gemist, riskante snitjes worden genomen en zo nog meer van die dingen. Hoe zit dat op dit spel?
Veel inzenders (ruim 72%) zouden in een parenwedstrijd voor het maximaal aantal slagen gaan door de klaveren van boven te spelen. Zij gaan down bij de klaveren 4-1 waarbij de boer niet sec zit, en bij de klaveren 5-0, maar vinden het het risico waard, want als de grote meerderheid in 3SA zit willen zij die overslag.
De meeste reacties van de AHV-spelers, zoals die van onder meer Marco ter Laare, Roefi, Erik de Visschere en Jeroen van der Slik, geven het beeld dat 3SA door de meerderheid van het veld geboden zal worden. Ik twijfel zelf of dat zo is. Bij menig huis-tuin-en-keuken-paar zal het gaan 1-1SA-2-3-pas. Daarom zou ik het van het niveau laten afhangen: in de MK paren zou ik van boven spelen, maar in een kroegentocht eerder geneigd zijn klaveren naar de 10 te spelen (om bij het nabespreken en -borrelen wederom als unlucky expert te worden uitgelachen).
Ronald Hagoort is een van de weinigen (25%) die klaveren naar de 10 speelt met als motivatie dat hij verwacht dat de minderheid van de paren in 3SA zit. Zegt dat iets over het niveau van de Star clubavond waar jij op speelt, Ronald? Maar zoals ik aangaf, zou Ronald best eens meer gelijk kunnen hebben dan het op het eerste gezicht lijkt.
Bart Hoekstra gaat voor de maximale zekerheid en speelt klaveren naar de 8.
Laten we eens wat voorbeelden bekijken. Eerst beschouwen we een relatief minder sterk veld. Stel dat 20% van het veld in 3SA zit en 80% in 3. Ik besluit als enige van het veld de safety play te nemen. De andere 3SA-bieders halen dus een score van 90%.
Dan ruil ik een zaalnul (0%) om in een zaaltop (100%) als de klaveren 4-1 (waarvan niet B-sec) of 5-0 voor zitten. Een kleine 25% kans.
Als ik als enige geen overslag haal (B-sec, tweede of derde rechts, een kleine 37% kans daarop) kost het me rond de 10% van een top t.o.v. de score die ik had gehaald als ik AHV had gespeeld, want ik win nog steeds van alle 3-bieders. Kortom: dan is de safety play aan te raden, want 37×10 is minder dan 25×100.
Vervolgens beschouwen we een iets sterker veld: 80% zit in 3SA en 20% in 3 en een kwart van de 3SA-bieders neemt de safety play, zo ook ik. Dan levert dit mij in een kleine 25% van de gevallen, namelijk dat de klaveren scheef zitten en de boer niet sec zit, een score van 90% op in plaats van 10%: verschil 80%.
En in 37% van de gevallen scoor ik 30% tegen 70% van de AHV-rammers die een overslag halen, dus kost mij dit 40%. 25×80 is meer dan 37×40, dus ook hier is de safety play nog steeds lucratief, maar minder dan in het geval ervoor.
Als laatste voorbeeld zit ik in een goed veld: 90% zit in 3SA en tweederde daarvan neemt de safety play, wat ik ook doe want ik heb meegedaan aan deze poll. In de 37% van de gevallen dat alles als rijpe appelen naar beneden komt maar B in oost zit, draai ik een 85%-score om in een 40%-score en kost het me dus 45%. En in de 25% van de gevallen waarin het scheef zit, levert het me 55% op (van 15% naar 70%). 37×45 is meer dan 25×55. Nu is het dus niet meer rendabel om de safety play te nemen!
Een beetje ingewikkeld is het wel om dit uit te rekenen en de percentages vliegen je waarschijnlijk om de oren. Maar de conclusie die je kunt trekken voor de te nemen strategie in een parenwedstrijd luidt:
Hoe sterker het veld, en hoe waarschijnlijker het is dat goede contracten ook door anderen geboden worden, des te minder aantrekkelijk wordt het om een safety play te nemen.
Dit geldt ook voor de hoeveelheid spelers aan andere tafels die geneigd zijn safety plays te nemen – ook een maat voor de sterkte van het veld. Naarmate dat er meer zijn, wordt ook hierdoor de safety play minder aantrekkelijk.
Hoe dan ook een interessant onderwerp en leuk te zien dat het lezerspanel in viertallen voor veiligheid gaat waar kwetsbaar de 10 op termijn winstgevender is dan de 8, en in paren massaal achter de hoogst haalbare aantal slagen aangaat waar de iets veiligere 10 op zijn minst een overweging waard zou zijn.
Famous last words: op safe spelen is een goed principe, maar verlies de overslagen niet uit het oog.