It’s all in the small

IMP-schrijver Henk Willemsens publiceerde jaren geleden een aardig boekje met deze titel. Het boek staat vol met spellen waarin de kleine kaarten een hoofdrol spelen. In het teamtoernooi van de Wachauer Bridge Woche kwam ook zo’n spelletje voor.

Je speelt tegen Doris Fischer en Bernd Saurer, allebei goede Oostenrijkse spelers. Doris heeft jaren in het Oostenrijkse vrouwenteam gespeeld, en zit links van je.

Nadat Doris in de eerste hand met 1 heeft geopend (vanaf 3, best minor) ben je terecht gekomen in 4. Doris komt uit met A, en speelt daarna H en klaver na. Oost signaleert af. Hoe ga je dit varkentje wassen?

Terwijl je nadenkt vertel ik nog wat over het toernooi. De Wachauer Bridge Woche is een typisch zomerfestival met een fijne klassieke formule: een openingstoernooi, mini-teamtoernooi, een individueel, een eendaags butlertoernooitje, en de twee toernooien waar het allemaal om gaat: het teamtoernooi en de open paren, allebei tweedaags. In elk toernooi verzamel je punten, en wie het meeste punten verzamelt mag zich miss en mister Mautern noemen. Linda Molle was de laatste Nederlandse miss Mautern in 2018; de laatste editie van 2019 was voor Sabine Auken en Roy Welland. Het spelen begint op sommige dagen vroeg, op andere laat, zodat er ook naast het bridgen voldoende tijd is om andere activiteiten te ondernemen. Na twee wegens covid afgezegde edities was het nu eindelijk weer mogelijk, en het is gelukkig ouderwets gezellig.

Terug naar het probleem. Je bent vast begonnen met troeftrekken – die zaten 2-3. Om het te maken moet je dus drie schoppenslagen zien te maken. Eitje toch? Doris links zal de heer wel hebben voor haar opening, snitje, klaar. Toch nog even de tijd nemen maar. Je mist 14 punten; west kan nog net een mottige 11 hebben die iedereen tegenwoordig opent. Heb je nog kans met H bij oost? Jawel: je kunt de heer dubbel er uit laten vallen. Beetje onhandig om daar op te spelen, want west heeft natuurlijk meestal gewoon H. Maar je hebt wel een legitieme kans als west B 10 x heeft: je speelt 8 of 9, en als ze niet dekt dan laat je die lopen. Is gratis, want je hebt in H nog een entree naar je hand. Is dat dom als oost B of 10 sec heeft? Even kijken: nee, want als dat het geval is dan helpt schoppen naar de vrouw ook niet; de vrouw wint, maar west zit dan nog met H B 7 achter jouw 9 8 6, en maakt altijd nog twee slagen.

Zo gezegd zo gedaan: 8 uit de hand. Je wilt liever niet dat west dekt immers met de 10 of boer, want dan moet je na vrouw-heer weer verzinnen of de heer dubbel zat of in de driekaart. Maar Doris dekte je 8 met 10. Te goed, die dame! Je speelt natuurlijk de vrouw, en rechts bekent met een kleintje. Maar wacht even – dat kleintje blijkt bij nadere inspectie de 7 te zijn! Dit was toen de situatie:

Goed dat je oplette. Nu kun je een kleine schoppen spelen uit de dummy, rechts bekent niet meer, en jij speelt de 9. Doris wint met B en speelt ruiten na die je neemt met de heer in je hand, en nu heb je met A 5 een heerlijk knipje over de H 4 van Doris. Je speelt dus 3, links de 4, en dummy de 5, voor +420. Henk zei het al: it’s all in the small!

Dit was het hele spel:

Aan de andere tafel werd deze gevoelige speelwijze niet gevonden, waar ons team en met name ikzelf uiterst tevreden over waren.