Topbridgers moeten meer inzet tonen

Wat mij namelijk het meest opvalt, is dat er in bridge vrijwel geen aandacht is voor coaching. Ik vroeg eens een vriend van mij, die Eerste Divisie speelt en probeert te promoveren naar de Meesterklasse, of zijn team een coach heeft. Hij keek mij vol verbazing aan.

Bridge ontbeert sportmentaliteit en coaching

door Erik Slump

Ik was als basketbalcoach in de Promotie/Eredivisie 25 tot 40 uur per week met mijn sport bezig; mijn spelers gemiddeld ongeveer 15 en dat was nog niet veel. Zelfs ‘bal-op-het-dak-16’ traint eenmaal per week en speelt 24 wedstrijden per seizoen. Vertaald naar bridge trainen ze wekelijks speelfiguren, tegenspelsituaties, handen uittellen, bijzondere speelwijzen; doen daarnaast systeemtests, herhalen conventies, analyseren gespeelde spellen. Wat mij namelijk het meest opvalt, is dat er in bridge vrijwel geen aandacht is voor coaching. Ik vroeg eens een vriend van mij, die Eerste Divisie speelt en probeert te promoveren naar de Meesterklasse, of zijn team een coach heeft. Hij keek mij vol verbazing aan.

Laat ik eens een paar situaties aanstippen. De meeste spelers in een sport zijn ongedisciplineerd, trainen alleen wat ze zelf leuk vinden (wedstrijdjes) en zijn niet objectief. In partnerships bij bridge wordt vaak naar de kaarten toe gepraat en is het een natuurlijke gewoonte eerst de schuld bij een ander te leggen tot het tegendeel bewezen is. Als coach heb ik weleens een goede speler buiten een selectie gehouden omdat hij of zij niet paste in het team, maar elkaar aardig vinden is nooit een criterium geweest. Toch is dat voor heel veel spelers een belangrijker argument dan bridgekwaliteiten. Hoe vaak zijn partnerships in onbalans? Waarom is er niemand binnen hun club die zo’n partnership opbreekt en ze aan gelijkwaardige spelers koppelt? Dat een speler boos wordt op zijn maat omdat die voor de tweede keer een conventie vergeet, is not done. “Dat gebeurt nu eenmaal!” Maar daar ben ik het niet mee eens. Partner doet onvoldoende zijn of haar best om jullie systeem te beheersen. Als partner mag jij je daar best over opwinden. Een argument als ‘het komt zo weinig voor’ telt niet. Juist die afspraken moet je met regelmaat trainen. Hans Kuijf heeft eens gezegd dat Jack zo makkelijk van Eerste Divisie- en soms Meesterklassespelers kan winnen, doordat die hun conventies onvoldoende beheersen. Hoeveel spelers durven niet hun partner onder uit de zak te geven op het moment dat die dat verdient? Iedereen wil toch partner te vriend houden? (Of je dat aan tafel moet doen, is een heel andere discussie.) In hoeverre kiezen partners voor het beste systeem? Stijl en interesse zijn best belangrijk, maar veel spelers met ambitie verliezen zich in te ingewikkelde afspraken, ‘omdat ze het zo leuk vinden’.

Allemaal zaken die een coach niet zou laten gebeuren. Topsport is simpel. Je zet alles wat niet van belang is opzij. Je werk is noodzakelijk, maar je sociale leven staat op een waakvlammetje. Met je sport en je werk heb je 70 uur van je week gevuld. Topsporters gaan niet wekelijks uit, kijken geen televisie, hebben weinig tijd voor verjaardagen, bruiloften et cetera. En zonder een coach gaan topsporters het niet redden.

Voor sporters op recreatief niveau ligt het natuurlijk anders, maar wat is recreatief niveau? Zelfs in de Derde Klasse wil je winnen. Zelf ben ik van mening dat zodra je de Eerste Klasse bereikt, je blijkbaar een zekere ambitie hebt, en in de Hoofdklasse ben je al bijna topsporter. Dan bestaat het dus in mijn ogen niet dat je een wedstrijd afzegt, anders dan voor een sterfgeval. In bridge speel je hooguit 14 competitiewedstrijden per jaar. Dat vind ik jammerlijk weinig, maar dan nog zijn er spelers die het liefst in een zestal spelen. Onbegrijpelijk! Zeker bij het eerste en tweede team van de club. Een speler met ambitie wil toch geen wedstrijd missen? Bovendien laat je jouw team in de steek.

Als ik dan lees dat de WBF probeert bridge als een olympische sport erkend te krijgen, moet ik altijd heel hard lachen als ik dat dan afzet tegen alles wat ik hierboven heb aangestipt. Het enige wat ik van bridge weet qua coaching, is dat het dan gaat het om nationale selecties en incidenteel eens wat jeugdprogramma’s. En zelfs daar plaats ik mijn vraagtekens bij. Ik heb een anekdote gelezen van een coach ergens in de IMP, waarin zijn spelers van de nationale selectie zeiden: “Een coach moet koffie halen en zijn mond houden.” Volgens mij typerend waarom bridge op dit moment niets met sport te maken heeft.

Maar nu: wat hier aan te doen? De meeste sportbonden hebben coachopleidingen waarmee mensen diploma’s kunnen krijgen. Op hoog niveau is het zelfs verboden een wedstrijd zonder een gediplomeerde coach te spelen. De NBB kan hier mogelijk een visie op ontwikkelen, evenals trainingsmateriaal en coachopleidingen. Time-outs of wissels bij wedstrijden een idee? Clubs kunnen hierin natuurlijk ook een rol spelen. Te beginnen met een technische commissie die partnerships helpt formeren, coaches aanstelt, teamindelingen bepaalt, een opleidingsplan uitvoert, eventueel een clubsysteem formeert. Hoeveel beginnende partnerships moeten zelf opnieuw het wiel uitvinden? Clubs kunnen per klasse/divisie een selectieteam maken. Daarin zitten de meest ambitieuze en getalenteerde spelers. Zij krijgen de beste faciliteiten om te kunnen promoveren. In ruil daarvoor mag van de spelers verwacht worden dat ze zich opstellen als sporters en dus ook tijd investeren om zich te verbeteren. Na tien jaar spelen zit ik op een niveau waar ik met training en coaching vijf jaar eerder had kunnen zijn. Nu zit ik aan mijn top, maar met drie keer in de week trainen en een goede coach kan ik nog minimaal een niveau stijgen.