Witte Huis landskampioen viertallen

Utrecht, 27 januari 2019. Bridgeclub Het Witte Huis 1 heeft de Meesterklasse viertallen gewonnen en mag zich kampioen van Nederland noemen. Het winnende team bestond uit Sjoert Brink & Bas Drijver en Vincent Ramondt & Berry Westra. Zij wonnen bij de NBB in Utrecht met 130–123 imps de finale tegen ’t Onstein 1 met Bauke Muller & Simon de Wijs en Ricco van Prooijen & Louk Verhees plus invallers Bob Drijver & Bart Nab (zie ook ons artikel van gisteren met drie spellen). Heel het weekend was de wedstrijd online te volgen via Bridge Base Online (BBO). Net als ‘De Klassieker’ Feyenoord-Ajax vanmiddag was het niet altijd goed, wel spannend, vaak boeiend, bij tijden zinderend.

Dodelijke duik

Brink-Drijver bieden hun grootslems niet altijd in twee biedingen (zie spel 4 van gisteren). Op dit spel uit de vierde zitting duurde hun bieden heel lang, ook in kloktijd:

Bij deze biedserie verbazen de BBO-commentatoren zich met name over het tweemaal op vijf- en zesniveau ruiten bieden, waarvoor geen uitleg beschikbaar is maar wat ten minste het aas, zo niet aas-heer of nog meer lijkt te suggereren. Als na klaverenstart, troeftrekken en ruiten opspelen Verhees onder het motto van ‘één down is goed bridge tegen een gedoubleerd groot slem’ begrijpelijkerwijs (maar zie onder) opstapt met het aas, gaat het kansloze contract ‘slechts’ één down.

De andere tafel maakt aanzienlijk kortere metten met het spel, leidend tot een zinniger contract:

Ook hier ♣10 uit voor de vrouw. Viermaal harten. Singleton ruiten op, en dan zien we een bekende speelfiguur: zuid duikt en dat doet hij goed, want anders maakt hij wel zijn aas maar gaan op KQJ drie verliezers weg en is dat aas de enige slag voor de verdediging. Toch is dat met dichte westhand nooit zo opgelegd als voor ons kibitzers, dus mooi gedaan van Vincent Ramondt. Nadat zodoende K houdt vervolgt west met ♠J onderuit voor de heer. Noord schoppen na. West speelt de laatste schoppen, maar zuid komt niet in dwang: claim voor een down en ‘slechts’ 3 imps voor ’t Onstein.

Relevant redoublet

Hebben we de zesdelige serie ‘Vragen over redoubletten’ van Maarten Schollaardt in de papieren IMP gelezen? Redoubletten als business – ‘gaat niet down hoor partner’ – komen veel voor op deelscoreniveau, maar zijn wat zeldzaam van manche- en slemcontracten. Behalve dan bij Sjoert Brink, zoals hij hier laat zien:

Aan de gesloten tafel krijgt De Wijs de voor hem gunstige start van schoppen voor het aas en schoppen na, waarna hij meteen claimt voor 1370.

Aan de open tafel krijgt Brink de wat lastiger hartenstart. Dat viel te verwachten, want zuids doublet is Lightner, vragend om een ‘ongebruikelijke’ start, meestal ofwel ergens een renonce, ofwel de eerstgeboden kleur van dummy, hier dus harten. Hij denkt lang na, stelt wat vragen over zuids 1-opening (een ‘vuilnisbak’-opening in hun systeem), speelt ♠K voor het aas, troef na voor het aas, ♠Q, kleine schoppen getroefd met ♣9, op A schoppen weg en claim: 1830 en 10 imps voor Het Witte Huis. Dat is meer dan de uiteindelijke winstmarge, dus het redoublet besliste de wedstrijd. Toch even zweten.