WekoWijzer: gat in Spelregels

Utrecht, 8 november 2018. De Wedstrijdcommissie (bij afkorting ‘Weko’) van de NBB heeft WekoWijzer 142 gepubliceerd. Dit periodiek is interessant voor iedereen met belangstelling voor regelgeving rond bridge. Alle WekoWijzers sinds 1999 zijn voor NBB-leden na inloggen gratis te downloaden van de NBB-pagina ‘WekoWijzer’. Uit de vaste rubrieken respectievelijk ‘Vragen aan het bondsbureau’ en ‘Uitspraken van de Protestcommissie’ belichten wij twee interessante kwesties.

Gat in de Spelregels

De officiële, internationale Spelregels voor wedstrijdbridge beslaan een boekje van 131 pagina’s en worden elke tien jaar herzien, laatstelijk in 2017. Daarnaast zijn er tientallen documenten met aanvullende regels en bepalingen, zoals het Wedstrijdreglement (laatste versie eveneens 2017). Je zou dus verwachten dat zich langzamerhand aan tafel niets meer kan voordoen wat niet in al die regels is geregeld, nietwaar? Dan lezen we echter de volgende vraag aan het bondsbureau en het antwoord daarop; we citeren uit de WekoWijzer:

De leider moest uit de dummy spelen en zei ‘speel die klavers maar uit’. Er lagen er vijf. Toen zij na drie slagen merkte dat de overige niet vrij waren zei ze ‘stop met klaver en speel’, nu noemde zij een andere kleur. Mocht zij haar speelplan wijzigen? […] Ik heb in mijn spelregelboekje gezocht, maar kon de oplossing van het probleem niet vinden.

Antwoord:
Je kunt als leider niet voortijdig opdracht geven kaarten te spelen. Dat betekent dat de leider per slag opnieuw moet aangeven welke kaart er uit de dummy gespeeld moet worden, ook als er een lange kleur met winners wordt afgespeeld. De leider hoefde in dit geval dus niet een klaveren te spelen waarvan zij inmiddels wist dat die niet vrij was.

Naschrift:
Dit is inderdaad niet specifiek geregeld in de spelregels. Het Laws Committee van de WBF heeft daarom bepaald dat spelers die (ten onrechte) instructies hebben gegeven als ‘speel de klaveren maar af’ dit in een later stadium mogen herroepen.

Ultralichte derdehandsjes

Er is al veel te doen geweest over ultralichte derdehandsjes. Met ‘derdehandsjes’ bedoelen we openingen na twee voorpassen op minder honneurkracht dan gebruikelijk in eerste of tweede hand. Die zijn op zich toegestaan, mits echter wordt voldaan aan de volgende bepaling uit de Regeling BSC en HOM (2017):

Een methode is hoogst ongebruikelijk [HOM] als ze één of meer van de volgende kenmerken heeft: […]
3. een openingsbod op éénniveau kan volgens afspraak gedaan kan worden met een heer onder gemiddelde speelsterkte of zwakker.

De Spelersraad heeft er al eens op gewezen dat zulke derdehandsjes bij gunstige kwetsbaarheid op topniveau algemeen gangbaar zijn en heeft daarom geadviseerd bovenstaande bepaling alleen te doen gelden voor de eerste en tweede hand (in vierde hand opent uiteraard nooit iemand ultralicht). De NBB heeft dat advies niet overgenomen, met als argument dat we graag in lijn blijven met de internationale bepalingen van de WBF. Er is echter internationaal consternatie geweest, omdat op wereldtopniveau ultralichte derdehandsjes, die formeel HOM waren, toch niet werden bestraft of rechtgezet. Wat doet de Nederlandse Protestcommissie als in de Tweede Divisie parencompetitie (waar HOM niet is toegestaan) iemand in de derde hand niet kwetsbaar tegen kwetsbaar 1 opent op:

en de volgende speler heeft 28 (!) punten, eindigt in 3SA, en speelt dat ongelukkig af voor een down na een mislukte ingooi, omdat met nog een vrouw en een boer in dummy ‘rechts toch alle uitstaande punten moet hebben’? De wedstrijdleider geeft conform de Weko-richtlijn gemiddelde-plus/min en legt OW een halve top straf op. OW gaan in protest, vooral omdat NZ gemiddelde-plus krijgen voor ‘slecht spel’ (3SA is koud).

De Protestcommissie handhaaft echter de beslissing van de wedstrijdleider en laat ook het protestgeld niet retourneren, omdat ‘west heeft geopend met een hand die volgens de reglementen te omschrijven is als vallend binnen de HOM-methodes’. Wat het beweerde ‘slecht spel’ betreft stelt zij in een noot:

Voor het bekijken of er een zeer ernstige fout is gemaakt hoeft het gevolgde speelplan niet echt goed te zijn, het moet slechts grote fouten hebben vermeden. Zolang er een logisch zitsel mogelijk is waarbij het speelplan werkt is dat afdoende.

Kortom: hoewel ultralichte derdehandsjes internationaal op topniveau worden gedoogd, zijn zij in Nederland nu echt HOM en dus bijna altijd verboden.