Arbitrage: stof tot nadenken

In het onlangs gehouden United States Bridge Championship deed deze arbitrage plus protest veel stof opwaaien:

Tafelresultaat: 6 +1, NZ +1390 (overslag doordat oost een kleine ruiten uit noord dook).

De tijd die noord blijkbaar nam om te antwoorden op 4SA, leek erop te wijzen dat hij dit bod misschien niet opvatte als azenvragen. De ontboden wedstrijdleider hield een spelersraadpleging onder vier experts. Drie van hen pasten op 5, omdat volgens hen noord best nul azen kon hebben. Op grond hiervan concludeerde de wedstrijdleider dat passen een logisch alternatief was en wijzigde hij de score in 5 +2 voor +640.

Het team van NZ ging in protest. Het Protestcomité ging erin mee dat het nadenken door noord (92 seconden blijkens video) aangaf dat hij 4SA niet opvatte als azenvragen. Daarom hoefde zuid geen rekening te houden met nul azen aan de overkant, waarop overigens de kansen toch al minimaal waren. Ook hoefde zuid niet in te zitten over één aas (van vijf ‘azen’), wat het slem twijfelachtig kon maken.

Gegeven dat noord geen azen had geantwoord, beschikte zuid over de ongeoorloofde informatie dat noord zijn hand had beoordeeld voor een slem in ruiten en dat hij daar niet zeker van was. Hoewel het goed denkbaar was dat noord had nagedacht wat 4SA überhaupt betekende, mocht een deel van zijn denktijd toch worden toegeschreven aan bepalen wat hij zou antwoorden.

Daarom, aldus nog altijd het Protestcomité, had noord in feite een langzame afwijzing geproduceerd. Zijn eerdere 4♣‑bod was niet genoeg om de zuidhand een slemforcing te doen zijn; hij zat niet dichtbij 7 en als hij in elk geval naar slem wilde, had hij over 4♣ kunnen volstaan met 6. Hij moet daarom een reden hebben gehad om azen te vragen.

De wedstrijdleider had zich verlaten op de spelersraadpleging, die had opgeleverd dat passen een logisch alternatief was. Het Protestcomité zag geen reden om aan die beslissing iets te veranderen. Hierdoor ging team Fleisher en niet team Coren naar de finale.

Merk trouwens op dat het Protestcomité niet volstond met een puur procesmatige behandeling, namelijk nagaan dat een spelersraadpleging aan de orde was, dat die correct was uitgevoerd, en dat ‘dus’ vanzelf het resultaat daarvan bleef staan. In plaats daarvan heeft het Protestcomité de zaak ook inhoudelijk bekeken. Dit wijkt af van hoe het de laatste jaren in Nederland gaat en wat tot veel kritiek en ongenoegen leidt (zie onder andere ons forumartikel 0056, Protestcommissie).

Wat vinden wij van dit protest in het bijzonder en van hoe zulke protesten moeten worden behandeld in het algemeen?