Arbitrage: double trouble
Aangedragen door Jacob Duschek, wedstrijdleider uit Denemarken
German Bridge Trophy, een internationaal viertallentoernooi:
Door het gunstige zitsel werden snel en eenvoudig tien slagen gemaakt.
Na afloop van de ronde werd ik benaderd door noord en oost. Toen de bak terugkwam met 4♥ van zuid erop, was er aan de andere kant van het scherm duidelijk gedacht; oost beaamde dat. Noord had de indruk dat het 4♠-bod was ingegeven door de aarzeling.
Het was niet meteen duidelijk of zuid dan wel west had gedacht. In zulke gevallen wordt spelers aanbevolen geen acht te slaan op de aarzeling en te bieden zoals ze anders zouden hebben gedaan. Als oosts bod niet toegestaan zou zijn in geval er werkelijk sprake is van een ongeoorloofde inlichting (OI), dan zal de arbiter uitgaan van een OI als de partner (hier west) belangrijk bijgedragen heeft aan de aarzeling door na te denken; anders is er geen OI.
Hoewel een snelle telling van het totaal aantal troeven uitkomt op minstens negentien, is passen ten duidelijkste een logisch alternatief voor oost, die immers eerder slechts 3♠ bood met dezelfde kennis van de troeven. Het bleek dat het inderdaad west was die had nagedacht aan de zuidwestkant van het scherm. Daarom hebben we geoordeeld dat 4♠ niet was toegestaan en de score gewijzigd in 4♥ –1 voor zuid.
Toen werd ik echter benaderd door de captain van het Nederlandse team dat OW zat. West was gepikeerd, want hem was verteld dat 2♠ inviterend of beter met een driekaart steun was (dit was mij niet eerder verteld). Had west geweten dat noord een vierkaart steun had en iets minder dan inviterende waarden, dan had hij waarschijnlijk zelf 4♠ geboden. Na verder onderzoek bleek dat ‘mixed raise’ de afspraak was, dus zuid had die afspraak vergeten.
Het is duidelijk dat doorbieden aantrekkelijker is als de tegenstanders een 5‑4‑fit hebben aangegeven dan als ze die hebben ontkend. Een poll wees uit dat west waarschijnlijk één uit drie keer 4♠ zou bieden. Zuid zou dan vast ook doubleren. Daarom hebben we de uitspraak gewijzigd in een gewogen score van ⅓ tafelresultaat en ⅔ 4♥ –1.
Voorts heb ik de spelers gezegd dat als ze nog meer relevante feiten wisten die ze me nog niet hadden verteld, dat ze me dan een biertje schuldig waren. ‘Alleen in dat geval?’, vroeg zuid.
De vraagstelling is mij niet
De vraagstelling is mij niet helemaal duidelijk, maar ik zou als oost – als NZ 4h bereiken – altijd nog een keer 4s hebben geboden.
Ik zou met de uitleg die oost
Ik zou met de uitleg die west kreeg doublet hebben gezegd op 4 harten, daarmee een hand aangevend die zowel geschikt is om tegen te spelen (mocht maat met hartens tegenzitten) maar ook om te redden. Oost biedt dan natuurlijk vier schoppen met 5 schoppens mee en slechts drie hartens.
Met de correcte uitleg (4+ hartenfit en 9 losers) is 4 schoppen door West vrij opgelegd.
Waarom kiezen voor een gewogen score met twee keer een resultaat dat niet realistisch is?
Tafelresultaat laten staan lijkt me hier zeer opgelegd vanwege het feit dat NZ de partij is die in overtreding is (verkeerde uitleg 2 schoppenbod door zuid) hetgeen de extra denktijd (die overigens genegeerd zou moeten worden) van west veroorzaakt heeft.
Hier dus weer een geval van onrechtvaardige arbitrering (bevoordelen van de partij die de overtreding maakt)!
Ik begrijp de opmerking “het
Ik begrijp de opmerking “het bleek dat het inderdaad west was die had nagedacht aan de ZW kant van het scherm” niet helemaal. Dat kan natuurlijk wel zo zijn, maar als WL moet je je dat niet afvragen. Het gaat er om dat aan de NO kant duidelijk is dat er door W dan wel Z is nagedacht. Dat lijkt me hier niet het geval, voor hetzelfde geld moet zuid over 3S even rustig nadenken of hij de manche gaat bieden en, zo ja, wat hij gaat doen als OW daarna nog een keertje 4S bieden (geen ondenkbaar scenario), en heeft west een opgelegde pas over 4H.
En zodra de denkpauze niet eenduidig te duiden is, is er geen denkpauze en blijft het tafelresultaat staan.