
Drie keuzes
Een paar jaar heb ik niet gespeeld & ik vind het leuk(1) om het Topcircuit te proberen. De finale is op een voor mij nieuwe plek. Perfect als je geen paardenallergie hebt.
De eerste ronde spelen we tegen Jaap Stomphorst en Gerbrand Hop, die zo vriendelijk zijn ons te wijzen op hun ‘afwijkend’ biedsysteem. Op de eerste drie spellen krijg ik steeds een beslissing te nemen. Het begint zo:
W/Allen
W
N
O
Z
B 4 3
A V 9 7 2
10 2
A 9 6
A V 10 8
H 5 4
H 9 5
8 7 5
5
10 8
V B 7 6 4 3
B 10 4 2
H 9 7 6 2
B 6 3
A 8
H V 3
West
Stomphorst
Noord
Wortel
Oost
Hop
Zuid
Schollaardt
1 11-13, 2 verplicht tot 2, 3 vandaar
Meike en ik hebben een paar jaar samen gespeeld, maar dat is lang geleden. Onze afspraken zijn allemaal nieuw, en het zijn er niet veel. Doublet op 2 toont ongetwijfeld punten, maar overweeg ik niet heel serieus. In de uitpas kies ik voor doublet. 2
en pas zijn de andere opties. Wat zou jij hebben gedaan?
2 is behoorlijk bescheiden geboden, vind ik. Ik kan natuurlijk ook wel minder punten en meer shape hebben. Hoe dan ook: we missen met 25 punten en een 5-4 fit 4
. Het veld gaat down in 4
; niemand heeft 3SA in zuid bereikt. Zo winnen we onze eerste vier imps.
Het spel erna mag ik een rebid verzinnen:
N/NZ
W
N
O
Z
A H V 9 4
9 6 5
V B
9 7 2
8 5 3 2
A B 8 7
H 9 4 3
10
7 6
H 4 3 2
A 10 2
B 8 6 4
B 10
V 10
8 7 6 5
A H V 5 3
West
Stomphorst
Noord
Wortel
Oost
Hop
Zuid
Schollaardt
1 echt of balanced
1SA of 2? Omdat partner vaak 4-4 hoog heeft – nu oost niet steunt – en ik veel honneurs in mijn korte kleuren, kies ik 1SA. Wat zou jij doen?
Het veld is het niet met me eens, want op één zuidspeler na biedt men 2.
Deze kwetsbare 1SA afspelen is geen groot plezier. Partner heeft geen hulpstop in schoppen en de kleur blokkeert ook niet. Op de schoppen gooi ik twee ruiten en een klaveren weg. Niet in die volgorde, want als oost op de vijfde schoppen een klavertje laat gaan, heb ik slechts vier klaverslagen.
Zo ziet de alwetende verteller. Maar aan tafel zag ik west eerst V naspelen. Gedekt, gepakt en een kleine ruiten voor west. Harten na. Ik vermaak me niet, maar leg het aas en probeer de klaveren. -200.
Dat is precies de datumscore, want ook 2 gaat meestal twee down. Geen score.
Tot slot een startprobleem. Misschien aardig(2) als je het zelf eerst probeert, voordat je verder leest.
Z/OW
W
N
O
Z
A 3
10 8 4 2
A B 7
A V B 9
V 10 8 7 6
V 5
9 2
6 5 4 3
H B 9 5 2
A H B 8 3
5 4
10
4
9 7
H V 10 8 6 3
H 8 7 2
West
Stomphorst
Noord
Wortel
Oost
Hop
Zuid
Schollaardt
1 oneven aantal keycards, 2 cue
Ik voel het meest voor schoppenstart. Makkelijk en snel down als partner troef- of schoppenaas heeft. Maar hoe groot is de kans dat maat een aas heeft? Is het niet waarschijnlijker dat partner een langzame slag heeft en dat ik ruiten moet starten? Links heeft zeker een ruitencontrole voor zijn sprong naar 6, anders kan hij met 5
volstaan nu zijn partner degene is die weet of er een keycard ontbreekt.
Ik kan nauwelijks een scenario bedenken – gegeven dat rechts een klavercue heeft – waarbij ik klaveren uit moet komen. Ik neem de tijd om mezelf te overtuigen en start uiteindelijk H.
De leider neemt het aas, speelt A en laat
V lopen voor mijn heer. So far so good. De leider zou nooit zo spelen met een driekaart ruiten, bla bla bla. Ik speel klaveren na, maar met dit hartenzitsel heeft de leider geen probleem. Na het spel bromt west iets als ‘babyslem’, maar hij wint er toch maar mooi 6 imps mee. Drie van de acht paren missen het slem.
Best boeiend spel, dat bridge. Al lijkt het niet al te veel uitmaken wat ik doe. Op het vierde spel raap ik twaalf zwarte kaarten op.
(wordt vervolgd)
(1) Van sommigen hoor ik dat je niet ‘leuk’ mag gebruiken in een serieuze tekst. Ik weet niet wat er tegen is, maar luister er wel naar. Ik gebruik de aanduiding alleen voor zaken die ik leuk vind. En/of in minder serieuze teksten.
(2) Hier schreef ik eerst ‘leuk’. Aardig als je ‘aardig’ aardiger vindt.
ik vind het wel aardig dat je het leuk vond om weer eens mee te
doen