
Cees Sint (84) overleden

Cees Sint kwam in de zomer van 1970 binnengewandeld in schaakcafé De Oude Schouwburg. Het doel van zijn bezoek was een systeembespreking met Max (Rebattu jr). De pas begonnen jonge bridgers keken vol bewondering naar Cees aangezien hij een paar maanden daarvoor met Kees Kaiser de MK-paren had gewonnen. Ook de tien jaar daarna zouden Cees en Max het nationale bridge domineren en niet minder dan negen keer de MK-viertallen winnen (Cees won in 1984 en 1993 nog twee keer).
Cees gaf wiskunde op het Barlaeus Gymnasium, vlak om de hoek lag van koffiehuis Het Hok waar de bridgers in 1973 naar toe verhuisden. Ondergetekende vindt het nog altijd jammer dat hij in 1976, de junioren leeftijdsgrens gepasseerd, niet met Cees als npc naar het EK-junioren in Lund mocht. Cees kwam regelmatig langs het koffiehuis en gaf geduldig de bridgers advies. Het tempo van bieden kreeg veel aandacht. Hij vertelde hoe hij zijn leerlingen op school, die nooit van bridge hadden gehoord, allerlei vragen voorlegde (wie wint een slag? hoe kun je bieden?) en met die antwoorden een beginnerscursus ging schrijven (zo kwam Van Start Tot Finish tot stand). Eind jaren zeventig mochten de bridgers van Hok het in de competitie eindelijk tegen Cees opnemen die hen telkens terugwees. We leerden Cees kennen als een secure speler die altijd op zijn post zat en nooit opgaf. Altijd bleef hij bereid spellen samen te analyseren. Het duurde tot 1985 tot Hok het genoegen smaakte Cees te verslaan in de MK-viertallen. Hij was er als eerste bij om ons geluk te wensen.
Na het aantreden van Erik Kirchhoff als juniorentrainer sloot Cees zich bij hem aan als non playing captain. Ondergetekende trad dikwijls als sparring partner op en we bespraken voortdurend allerlei technische zaken over bieden en spelen. Cees vertelde tot in lengte van dagen met pret in zijn ogen over spannende spellen uit die kampioenschappen en bleef diep ontroerd over het winnen van de Europese (1986) en wereldtitel (1987). In 1990 kreeg ondergetekende het aanbod van de NBB om Erik op te volgen. Aanleiding om Cees op te bellen met de vraag hoe hij daarin stond. Het ‘Moet je beslist doen, past prima bij jou’ gaf aanleiding bevestigend te antwoorden. Cees beef altijd een vraagbaak die open stond voor de junioren.
In de zomer van 1995 liep schrijver dezes binnen bij Chaya en Cees in Broek en Waterland. We gingen een systeem afspreken omdat we samen voor USS aantraden in de Overgangsklasse viertallen. Met grote letters schreef Cees NOSUP, NOPEN, NOGHES. Geen supportdoubles, doubletten op deelscoreniveau gaven overwaarde aan, geen tweekleurenspellen. Zijn idee was dat we met ook zorgvuldig spel de tegenpartij konden ontregelen. Hij kreeg gelijk. Zonder grote heldendaden maar altijd recht vooruit naar een plusscore kregen we tegenstanders er onder.
Het was een waar genoegen om met Cees te spelen. Hij wond zich nooit op en ook als ik met te buitenging aan een frivoliteit noteerde hij zonder een spier te verrekken het dramatische resultaat. Altijd was hij voorkomend tegen tegenstanders. Op één keer na. De antirookregels traden dat jaar in werking. Wij zaten rustig rokend te wachten tot de tegenpartij arriveerde. Een opgewonden standje wees naar onze sigaartjes en riep op bitse toon “Uitmaken!”. Cees keek bezorgd maar wij voldeden aan de ‘verzoek’. Na een paar spellen waarin niets gebeurde bood de tegenpartij zonder interventie en na enig aarzelen naar 3SA. De leider maakte een gebaar dat er uitgekomen kon worden. Cees : “Ik kom nog aan de beurt” en doubleerde in de uitpas. Dat was een unicum, bepaald niet zijn manier van doen. Het gaf aanleiding tot het uitkomen in een door de dummy geboden kleur, de voor de verdediging beste uitkomst. De leider raakte het spoor bijster, ging twee down en slingerde Cees een zure opmerking naar het hoofd. Cees: “Je kunt mij beter in alle rust een sigaartje laten opsteken”.
Na de promotie naar de MK-viertallen namen we in 1996 op mijn verzoek twee talentvolle junioren, de broers Aarnoud en Erik Oltmans, in ons team op die bij een andere vereniging geen plaats in de hoofdklasse konden bemachtigen. Cees juichte dit toe zodat de junioren snel MK-ervaring konden krijgen. Ze speelden uitstekend en we handhaafden ons comfortabel waarbij Cees met zijn gebruikelijke kalmte ook tegen de nationale top punten scoorde. In het volgende jaar MK-competitie vond Cees het prima dat we een stapje terug deden, we speelden een enkele keer als invallers, en Ricco van Prooijen-Simon de Wijs voor ons in de plaats kwamen. Cees werkte op alle mogelijke manieren mee om de junioren een kans te bieden. Wanneer we met juniorenteams over de grens actief waren en dit op BBO werd uitgezonden volgde hij elk spel op de voet en aarzelde nimmer mij tips te geven. In het eerste decennium van deze eeuw kwam Cees af en toe langs in het koffiehuis waar we op het terras onder het genot van een sigaartje en een biertje het juniorengebeuren doornamen. Cees was er als een van de eersten bij nadat ik een hartenkreet op het internet plaatste met betrekking tot een fors tekort in de White House Juniors en stortte jaarlijks een paar procenten in de 1%-club. Met veel plezier kwam hij bij de pro-am langs en elke junior die hij kreeg toegewezen als partner was na aflopend vol lof over Cees. In de nacht van 2 augustus 2012 belde hij op om de Nederlandse junioren te prijzen met het goud in Taicang.
Anneke en ik gingen in de afgelopen jaren een paar keer per jaar met Cees eten bij Arno, een leuk restaurant bij hem om de hoek. Tot op het laatst vermaakte hij ons met prachtige verhalen waarbij dikwijls junioren een hoofdrol speelden. Een dierbare vriend, waardevolle leermeester, geweldige partner en een goed mens is er niet meer; hij zou 30 mei 85 zijn geworden…
Een groot bridger, een reus, waar spelers die na hem kwamen op de schouders konden staan.