WekoWijzer: BSC/HOM en meer

Utrecht, 29 april 2016. De Wedstrijdcommissie (bij afkorting ‘Weko’) van de NBB heeft gisteren WekoWijzer 135 gepubliceerd. Dit periodiek is interessant voor iedereen – niet alleen wedstrijdleiders – met belangstelling voor regelgeving rond bridge. Alle WekoWijzers sinds 1999 zijn voor NBB-leden na inloggen gratis te downloaden van de NBB-pagina ‘WekoWijzer’. We lichten één highlight uit het nieuwste nummer, namelijk hoe om te gaan met overtredingen van de BSC/HOM-regeling, waaronder ultralichte derdehandsjes:

Hoe gaan we om met BSC/HOM

Sinds jaar en dag kent de NBB de Regeling Bruine Stickerconventies en Hoogst Ongebruikelijke Methoden (BSC/HOM). Het was echter, zeker voor een breder publiek, niet erg duidelijk wat er moest gebeuren bij overtreding van die regeling, oftewel het spelen van een conventie die in de desbetreffende bridgewedstrijd niet is toegestaan. In de nieuwe WekoWijzer staat nu (op pagina 22) dat daarmee als volgt moet worden omgegaan:

Het spel annuleren als het bieden nog aan de gang is en dan G+/G– geven.
Anders uitspelen en eventueel een arbitrale score.
In alle gevallen een halve top straf voor de overtredende partij.

Beperking derdehandsjes

Een veelvoorkomend voorbeeld van een overtreding van de HOM-regeling vormen de zogenoemde ultralichte ‘derdehandsjes’: openingen in de derde hand na twee voorpassen en doorgaans bij gunstige kwetsbaarheid op aanzienlijk minder dan de voor andere posities geldende waarden daarvoor. De HOM-regeling stelt daarover:

Een methode is hoogst ongebruikelijk als […]
3. een openingsbod op éénniveau kan volgens afspraak gedaan worden met zwakkere handen dan een heer onder gemiddelde speelsterkte.

Oftewel: een derdehandsje moet altijd minstens een punt of zeven bevatten; met zes punten of minder is het een ‘Hoogst Ongebruikelijke Methode’ en staat het maar liefst op één lijn met ‘Sterke Pas’ en soortgelijke bijzondere (zo niet bizarre) systemen – ondanks het feit dat ultralichte derdehandsjes gebruikelijker zijn naarmate het bridgeniveau hoger is en in de top zowat gemeengoed mogen heten.

Om laatstgenoemde reden heeft de Spelersraad getracht ultralichte derdehandsjes uit de BSC/HOM-regeling te krijgen, namelijk door de genoemde bepaling te beperken tot de eerste en tweede hand (in de vierde hand opent niemand ultralicht). De Weko heeft dit advies van de Spelersraad serieus bekeken en heeft onder meer op haar beurt advies ingewonnen bij de World Bridge Federation (WBF), die vrijwel exact dezelfde BSC/HOM-regeling kent. (Alleen: bij de WBF is een opening al HOM vanaf ‘a king or more below average strength’, dus met een punt of zeven ook; wellicht is dit in de Nederlandse versie een vertaalfout.).

Het antwoord vanwege de WBF luidde dat zij haar bestaande BSC/HOM-regeling zo wil houden, dat van ‘gedogen’ van ultralichte derdehandsjes geen sprake kon en mocht zijn, en dat aan de desbetreffende HOM-bepaling juist strenger de hand zou worden gehouden. Aangezien de NBB bij twijfel graag de WBF-regelingen volgt, vond de Weko dit internationale beleid aanleiding om het advies van de Spelersraad op dit punt niet over te nemen en in navolging van de WBF ook strenger te gaan optreden tegen ultralichte derdehandsjes. (Dit staat overigens niet in de jongste WekoWijzer; misschien komt het in een volgende.)

Samenvattend: ‘gewone’ derdehandsjes zijn nog altijd toegestaan, mits ze minstens een punt of zeven – internationaal een punt of acht – bevatten (waarbij de Weko wel enige ruimte laat voor handwaardering en stelt dat ‘het niet mag uitmaken of je een singleton tien vervangt door een singleton boer’). Ultralichte derdehandsjes, te weten vanaf een punt of zes, zijn als HOM nu echt meestal verboden en kosten in elk geval een halve top straf.

Spelersregistratie

Met ‘Dat doet-ie anders nóóit!’ zal een vast paar dat zich bezondigt aan een ultralicht derdehandsje niet gemakkelijk meer wegkomen sinds de NBB de Spelersregistratie kent. Dat is een op initiatief van de Spelersraad ingestelde registratie van onregelmatigheden tijdens bondscompetities, zoals ultralichte derdehandsjes. De bedoeling van deze Spelersregistratie is de wedstrijdleiding in de gelegenheid te stellen werkelijk incidentele (en dus toegestane) afwijkingen, zoals psychs, te kunnen onderscheiden van vaker voorkomende maar niet adequaat gecommuniceerde of volgens de BSC/HOM-regeling niet toegestane afwijkingen, welke laatste dus overtredingen vormen.